jufferen - Werkwoord
1. (inerg) "juf" of "juffrouw" zeggen
♢ Vóor de pastorij veegde Traite zijn voeten af, jufferde tegen de meid en hield zijn schele oogen neêrgeslagen;
jufferen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord juffer
Synoniemen
juffers
Gepubliceerd op 04-12-2017
jufferen
betekenis & definitie