instap - Zelfstandignaamwoord
1. zich vervoegen in een verband
♢ Hij maakt zijn instap in het bedrijfsleven.
2. het binnentreden in een voertuig of gebouw
♢ Zij maakte haar instap in de nieuwe woning.
instap - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instappen
♢... dat ik instap
Synoniemen
[1,2] intreden
Antoniemen
uitstap
Gepubliceerd op 04-12-2017
instap
betekenis & definitie