inroosteren - Werkwoord
1. (ov) in het rooster zetten
♢ Hij werd op een laat tijdstip ingeroosterd.
Woordherkomst
samenstellende afleiding van in (voorzetsel) en rooster (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat de onbepaalde wijs van een werkwoord vormt (werkwoord), of samenstelling van in(bijwoord) en roosteren(werkwoord) "een verdeling van personen en taken over tijdvakken en plaatsen maken")''
Gepubliceerd op 04-12-2017
inroosteren
betekenis & definitie