Gepubliceerd op 04-12-2017

indroevige

betekenis & definitie

indroevige - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van indroevig
Is de grote oorzaak van deze indroevige ontwikkeling vooral niet: het feit dat kleuterleidsters, onderwijzers en (hoog)leraren geen goed Nederlands kunnen en willen spreken?

Woordherkomst
afleiding van het versterkend voorvoegsel|versterkte bijvoeglijk naamwoord indroevig met de uitgang -e