Gepubliceerd op 04-12-2017

hoogzwanger

betekenis & definitie

hoogzwanger - Bijvoeglijk naamwoord
1. (fysiologie) in de laatste tijd van de zwangerschap zijnd waarbij de vrouw of het vrouwtjes dier een hele dikke buik heeft
De lente kondigde zich aan in het nestelen van de merels, het zelfvoldane getrippel van de kippen met hun stoeten kuikens, de meisjes die huiverden in hun dunne katoenen jurkjes. Een hoogzwangere poes kwam de herberg binnenlopen en installeerde zich waardig onder haar tafeltje.
`En Fouza is hoogzwanger, hè,' zei Amber om het gesprek weer een plezierige wending te geven. 'Ze verwacht de baby een dezer dagen.'

Woordherkomst
samenstelling van hoog en zwanger