gom - Zelfstandignaamwoord
1. een gum
♢ Met een gom krijg je die streep nog best weg.
2. een kleverige vloeistof die wordt gemaakt van het sap van bomen
♢ Zorg dat je die gom niet aan je handen krijgt.
gom - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gommen
♢ Ik gom
2. gebiedende wijs van gommen
♢ gom!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gommen
♢ gom je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: