gekaapt - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van kapen
gekaapt - Bijvoeglijk naamwoord
1. dat met geweld iets (meestal een voertuig, oorspronkelijk vooral vaartuigen) in de macht is gekomen van kapers die er dingen mee doen die oorspronkelijk niet de bedoeling waren
♢ Het gekaapte vliegtuig en haar 200 passagiers zijn spoorloos verdwenen.
♢ De terroristen wilden een losgeld voor het gekaapte vliegtuig.
Gepubliceerd op 14-11-2017
gekaapt
betekenis & definitie