Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie W
- winnertjes
- winning
- winningen
- winninkje
- winninkjes
- winstcalculatie
- winstcalculaties
- winsten
- winstgevend
- winstgevende
- winstgevender
- winstgevendere
- winstgevenders
- winstgevends
- winstgevendst
- winstgevendste
- winstje
- winstjes
- winstoogmerk
- winstoogmerken
- winstpunt
- winstpunten
- winstpuntje
- winstpuntjes
- winstuitkering
- winstuitkeringen
- wint
- wint aan
- wint in
- wint over
- wint terug
- winter
- winterachtig
- winterachtige
- winterachtiger
- winterachtigere
- winterachtigers
- winterachtigs
- winterachtigst
- winterachtigste
- winteravond
- winteravonden
- winteravondje
- winteravondjes
- winterband
- winterbanden
- winterbandjes
- winterbed
- winterbedden
- winterbedding
- winterbeddingen
- winterbeddinkje
- winterbeddinkjes
- winterdag
- winterdagen
- winterdagje
- winterdagjes
- winterde
- winterdepressie
- winterdepressies
- winterdiesel
- winterdijken
- winterdijkje
- winterdijkjes
- winteren
- winterend
- winterjas
- winterjasje
- winterjasjes
- winterjassen
- winterkoning
- winterkoningen
- winterkoninkje
- winterkoninkjes
- wintermaand
- wintermaanden
- wintermaandje
- wintermaandjes
- wintermiddag
- wintermiddagen
- wintermiddagje
- wintermiddagjes
- wintermorgen
- wintermorgens
- wintermorgentjes
- winternacht
- winternachten
- winternachtje
- winternachtjes
- winterochtend
- winterochtenden
- winterochtendje
- winterochtendjes
- winterpunt
- winterpunten
- winters
- wintersch
- winterse
- winterser
- wintersere
