Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie H
- hoofdstedelijker
- hoofdstedelijkere
- hoofdstedelijkers
- hoofdstedelijkst
- hoofdstedelijkste
- hoofdsteden
- hoofdstel
- hoofdstellen
- hoofdstelletje
- hoofdstelletjes
- hoofdsteun
- hoofdsteundoekje
- hoofdsteundoekjes
- hoofdsteunen
- hoofdsteuntje
- hoofdsteuntjes
- hoofdstraat
- hoofdstraatje
- hoofdstraatjes
- hoofdstraten
- hoofdstuk
- hoofdstukje
- hoofdstukjes
- hoofdstukken
- hoofdtaak
- hoofdtaken
- hoofdtelefoon
- hoofdtelwoorden
- hoofdtelwoordje
- hoofdtelwoordjes
- hoofdtonen
- hoofdtoon
- hoofdtoontje
- hoofdtoontjes
- hoofdtransplantatie
- hoofdtransplantaties
- hoofdvak
- hoofdvakken
- hoofdverdachte
- hoofdverdachten
- hoofdverpleegkundige
- hoofdvogel
- hoofdvogels
- hoofdvogeltje
- hoofdvogeltjes
- hoofdwas
- hoofdweg
- hoofdwegen
- hoofdweggetje
- hoofdweggetjes
- hoofdwegje
- hoofdwegjes
- hoofdwerkwoord
- hoofdwerkwoorden
- hoofdwond
- hoofdwonden
- hoofdzaak
- hoofdzakelijk
- hoofdzaken
- hoofdzetel
- hoofdzetels
- hoofdzin
- hoofdzinnen
- hoofdzinnetje
- hoofdzinnetjes
- hoofdzonde
- hoofdzonden
- hoofdzondes
- hoofdzuster
- hoofdzusters
- hoofdzustertje
- hoofdzustertjes
- hoofs
- hoofse
- hoofser
- hoofsere
- hoofsers
- hoofst
- hoofste
- hoog
- hoogaars
- hoogaarsje
- hoogaarsjes
- hoogaarzen
- hoogacht
- hoogachten
- hoogachtend
- hoogachtte
- hoogachtten
- Hoogalemannisch
- hoogaltaar
- hoogaltaartje
- hoogaltaartjes
- hoogaltaren
- hoogbegaafd
- hoogbegaafde
- hoogbegaafder
- hoogbegaafdere
- hoogbegaafders
- hoogbegaafds