Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie F
- flatgebouw
- flatgebouwen
- flatgebouwtje
- flatgebouwtjes
- flati
- flatje
- flatjes
- flats
- flatscreen
- flatscreens
- flatteer
- flatteerde
- flatteerden
- flatteert
- flatteren
- flatterend
- flatulentie
- flatulenties
- flatus
- flatusje
- flatusjes
- flatussen
- flatwijk
- flatwijken
- flatwijkje
- flatwijkjes
- flauw
- flauwe
- flauwekul
- flauwekulletje
- flauwekulletjes
- flauwer
- flauwere
- flauwers
- flauwgevallen
- flauwiteit
- flauwiteiten
- flauwiteitje
- flauwiteitjes
- flauws
- flauwst
- flauwste
- flauwte
- flauwtes
- flauwtetje
- flauwtetjes
- flauwval
- flauwvallen
- flauwvallend
- flauwvalt
- flauwviel
- flauwvielen
- flavonoïde
- flavonoïden
- flavonoïdes
- flebitis
- flebitissen
- flebografie
- flebografieën
- flebografietje
- flebografietjes
- flebologen
- flebologie
- fleboloog
- fleboloogje
- fleboloogjes
- flecteer
- flecteerde
- flecteerden
- flecteert
- flecteren
- flecterend
- fleece
- fleeces
- fleem
- fleemde
- fleemden
- fleemkous
- fleemkousen
- fleemkousje
- fleemkousjes
- fleemt
- flegmatiek
- flegmatieke
- flegmatieker
- flegmatiekers
- flegmatieks
- flegmatiekst
- flegmatiekste
- flegmatisch
- flegmatische
- flegmatischer
- flegmatischere
- flegmatischers
- flegmone
- fleisjik
- fleisjike
- flemen
- flemend
- flens
