Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aalvorkjes
- aalvormig
- aalvormige
- aalvormiger
- aalvormigere
- aalvormigers
- aalvormigs
- aalvormigst
- aalvormigste
- aam
- aambeeld
- aambeelden
- aambeeldje
- aambeeldjes
- aambeeldsblok
- aambeeldsblokje
- aambeeldsblokjes
- aambeeldsblokken
- aambei
- aambeien
- aambeitje
- aambeitjes
- aamborstig
- aamborstige
- aamborstiger
- aamborstigere
- aamborstigheid
- aamborstigst
- aamborstigste
- aampje
- aamt
- aan de hand
- aan de wind
- aan den lijve
- aan het
- aan weerszijden
- aanaard
- aanaardde
- aanaardden
- aanaarden
- aanaardend
- aanaardende
- aanaarding
- aanaardingen
- aanaardploeg
- aanaardt
- aanbad
- aanbaden
- aanbadt
- aanbak
- aanbakken
- aanbakkend
- aanbaksel
- aanbaksels
- aanbakseltje
- aanbakseltjes
- aanbakt
- aanbakte
- aanbakten
- aanbalkend
- aanbeden
- aanbedene
- aanbeeld
- aanbeelden
- aanbeeldje
- aanbeeldjes
- aanbeeldsblok
- aanbeeldsblokje
- aanbeeldsblokjes
- aanbeeldsblokken
- aanbeen
- aanbeende
- aanbeenden
- aanbeent
- aanbeet
- aanbehoor
- aanbehoord
- aanbehoorde
- aanbehoorden
- aanbehoort
- aanbehoren
- aanbehorend
- aanbel
- aanbeland
- aanbelandde
- aanbelandden
- aanbelande
- aanbelanden
- aanbelandend
- aanbelandt
- aanbelang
- aanbelangd
- aanbelangde
- aanbelangden
- aanbelangen
- aanbelangend
- aanbelangt
- aanbelde
- aanbelden
- aanbellen