drillen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dril
drillen - Werkwoord
1. (intr) schudden, trillen
♢ toen hij de pot met pudding op tafel zette, stond die nog geruime tijd na te drillen
2. (ov) (militair) oefeningen doen, exerceren op harde wijze, africhten
♢ Deze lerares drilde de leerlingen zodanig dat ze op het examen geen fouten meer konden maken.
3. (ov) (werktuigbouwkunde) boren (van het Engels)
Verwante begrippen
[2] oefenen
Gepubliceerd op 13-11-2017
drillen
betekenis & definitie