dreigend - Deelwoord
1. onvoltooid deelwoord van dreigen
1. attributief gebruikt
♢ Na de dreigende taal over en weer loopt de spanning verder op.
2. attributief gebruikt
♢ Er is een dreigend tekort aan leraren.
♢ Hij waarschuwt voor een dreigend financieel debacle met de bouwplannen.
3. bijwoordelijk gebruikt
♢ Dreigend met een groot mes liep hij op mij af.
dreigend - Bijvoeglijk naamwoord
1. eigenschap van iets dat bang maakt
♢ De dreigende houding van de man maakte iedereen bang.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: