Gepubliceerd op 01-11-2017

taal

betekenis & definitie

taal - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
Meneer, welke taal spreekt men in dat land?
2. (informatica) een formeel systeem dat door computers wordt begrepen
De formele taal van XML Schema, XSD of XML Schema Definitietaal.
3. (bij uitbreiding) een communicatiesysteem in het algemeen.

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: tale
Oudernederlands: tala
Germaans: *talō
Indo-Europees: *dol-

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
Een taal onder de knie krijgen|Zie knie
♦ num=1
Taal noch teken|Geen enkel levensteken
♦ num=1
Dat is duidelijke/klare taal|Dat is raak geformuleerd
♦ num=1
In alle talen (over iets) zwijgen|Geheel niets willen zeggen