Gepubliceerd op 13-11-2017

donderen

betekenis & definitie

donderen - Werkwoord
1. (onpr), (meteorologie) het weerklinken van luid gerommel ten gevolge van bliksemontlading
Het donderde in de verte.
2. (inerg) op luide en barse toon een bevel geven of zijn ongenoegen uiten
"Koppen dicht!" donderde hij.
3. ergatief (informeel) (met veel lawaai) ergens af-/uitvallen
Ze struikelde en donderde met veel gedruis de trap af.

Woordherkomst
afgeleid van donder met het achtervoegsel -en