donder - Zelfstandignaamwoord
1. (meteorologie) een zeer luid geluid bij onweer
♢ Hij is bang voor donder.
2. (informeel) het lichaam
♢ Hij kreeg op z'n donder (hij kreeg straf maar dat hoeft lang niet altijd een lijfstraf te zijn).
donder - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderen
♢ Ik donder
2. gebiedende wijs van donderen
♢ donder!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderen
♢ donder je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: