doende - Bijvoeglijk naamwoord
1. tijdens het doen, tijdens het werken
♢ Hij hengelde de een na de ander binnen: in een bestek van tien ronden rukte hij op van de vijftiende naar de zesde plaats en reed al doende de snelste tijden van iedereen.
doende - Werkwoord
1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van doen
Woordherkomst
Naamwoord van handeling doen
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Al doende leert men.
het is niet omdat je geen ervaring in iets hebt, dat je het niet moet proberen; door iets zelf te doen leert men dat het best
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: