coïncideren - Werkwoord
1. (absol) samenvallen in ruimte of tijd
♢ Zijn aftreden coïncideerde met het optreden van een zware aardbeving.
2. (ov) het samenvallen in ruimte of tijd vaststellen
♢ Samen vormen deze oscilloscopen - ongeacht hun plaats op de aarde - één grote detector doordat de signalen gecoïncideerd kunnen worden.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse coïncider (met het achtervoegsel -eren)
Gepubliceerd op 03-10-2017
coïncideren
betekenis & definitie