chronologisch - Bijvoeglijk naamwoord
1. naar tijdstip gerangschikt
♢ - We hebben ons niet strikt aan de chronologische volgorde gehouden.
♢ - Er werkten veel en uiteenlopende Rubensspecialisten mee, meer dan aan bijvoorbeeld het Rembrandt Research Project, waarmee het Antwerpse project vaak wordt vergeleken. McGrath: „Dat onderzoek was veel kleiner, werkte chronologisch en focuste ook meer op toeschrijving van.”
2. tijdrekenkundig
Woordherkomst
afgeleid van logisch met het voorvoegsel chrono- (met het achtervoegsel -isch)
Gepubliceerd op 13-11-2017
chronologisch
betekenis & definitie