Gepubliceerd op 10-11-2017

brullen

betekenis & definitie

brullen - Werkwoord
1. (inerg) (dierengeluid) bijzonder luid schreeuwen of huilen
De leeuwen brulden in de nacht.
2. hard geluid maken (uit boosheid, plezier, of verdriet)
Hij moest brullen van het lachen om de grap die zijn vrouw vertelde.
De jongen moest brullen toen zijn vriendin hem de bons had gegeven.
De kapitein brulde tegen de matrozen dat ze het zeil moesten reven