brullen - Werkwoord
1. (inerg) (dierengeluid) bijzonder luid schreeuwen of huilen
♢ De leeuwen brulden in de nacht.
2. hard geluid maken (uit boosheid, plezier, of verdriet)
♢ Hij moest brullen van het lachen om de grap die zijn vrouw vertelde.
♢ De jongen moest brullen toen zijn vriendin hem de bons had gegeven.
♢ De kapitein brulde tegen de matrozen dat ze het zeil moesten reven
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: