broed - Zelfstandignaamwoord
1. eieren of larven van een dier
♢ Het broed van de honingbij heeft een temperatuur nodig van ongeveer 37 graden Celsius.
broed - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeden
♢ Ik broed
2. gebiedende wijs van broeden
♢ broed!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeden
♢ broed je?
Gepubliceerd op 10-11-2017
broed
betekenis & definitie