Gepubliceerd op 10-11-2017

bouwvallig

betekenis & definitie

bouwvallig - Bijvoeglijk naamwoord
1. in slechte bouwkundige staat verkerend
De huizen in de krottenwijk verkeerden allemaal in een bouwvallige staat.

Woordherkomst
afgeleid van bouwval met het achtervoegsel -ig

Synoniemen
schamel, armoedig, onverzorgd