bouwvallig - Bijvoeglijk naamwoord
1. in slechte bouwkundige staat verkerend
♢ De huizen in de krottenwijk verkeerden allemaal in een bouwvallige staat.
Woordherkomst
afgeleid van bouwval met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
schamel, armoedig, onverzorgd
Gepubliceerd op 10-11-2017
bouwvallig
betekenis & definitie