Gepubliceerd op 10-11-2017

bouwstof

betekenis & definitie

bouwstof - Zelfstandignaamwoord
1. grondstof waarmee gebouwd kan worden (vooral gebruikt voor levende wezens)
De vondst van de hormoon-functie van uridine is een grote verrassing. Uridine is namelijk een bouwsteen van RNA: een molecuul dat in alle levende wezens 24/7 betrokken is bij de eiwitsynthese, en dus bij alle levensprocessen. Uridine bestaat uit een suikermolecuul waar het stofje uracil (U) aan vast zit. Uracil is een van de basen die in RNA de erfelijke code vormt, met thymine (T), adenine (A) en guanine (G) . Dat zo’n belangrijke bouwstof als uridine, die waarschijnlijk aan de basis van het leven stond, ook een boodschapperfunctie heeft, is volkomen onverwacht.
Hoe kon dit artikel verschijnen in één van de wetenschappelijke toptijdschriften ter wereld? Die vraag wordt in de academische wereld met enige regelmaat gesteld, maar nooit beantwoord. Niet, bijvoorbeeld, bij het weggelachen artikel over de ‘arseenbacterie’ in Science (2011), die arsenicum als bouwstof zou gebruiken. Niet bij het grote schandaal over STAP-stamcellen in Japan (2014), dat begon met een artikel in Nature dat later is teruggetrokken. En al helemaal niet bij de vele onomstreden publicaties in toptijdschriften.
2. stof dan ontstaat door bouwen
In vergelijkbare races had Wüst onlangs bij de EK in Heerenveen en de wereldbeker in Berlijn op het laatst nog net genoeg voorsprong om Sablikova te verslaan. Op de snelle baan in Gangneung, waar bouwstof wel op de steunbalken van het dak lag maar niet op het ijs, wist de Tsjechische dat ook zij harder dan gebruikelijk zou moeten starten.

Woordherkomst
samenstelling van bouw(werkwoord) en stof

Synoniemen
grondstof, materiaal

Antoniemen
brandstof