Gepubliceerd op 10-11-2017

biddend

betekenis & definitie

biddend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanbidden

biddend - Bijvoeglijk naamwoord
1. bezig zijnde met bidden
De voetballer knielde biddend op de grond. Zo blij was hij met het doelpunt dat hij gemaakt had.
De overledene is opgebaard in een biddende houding.