behouden - Werkwoord
1. (ov) iets niet verliezen, handhaven, in stand houden
♢ Het Nederlands behield veel van de oorspronkelijke sterke werkwoorden van het Germaans''.
2. (ov) redden
♢ De chirurg heeft het been van de patiënt kunnen behouden.
behouden - Bijvoeglijk naamwoord
1. gered, niet verloren gegaan
♢ De opvarenden waren gered in het behouden huis.
♢ Wij hopen op een behouden terugkomst van de reizigers.
behouden - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van behouden
Woordherkomst
voltooid deelwoord van behouden
Uitdrukkingen en gezegden
♦ In behouden haven zijn
veilig ergens zijn (bv na een reis)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: