Gepubliceerd op 10-11-2017

behouden

betekenis & definitie

behouden - Werkwoord
1. (ov) iets niet verliezen, handhaven, in stand houden
Het Nederlands behield veel van de oorspronkelijke sterke werkwoorden van het Germaans''.
2. (ov) redden
De chirurg heeft het been van de patiënt kunnen behouden.

behouden - Bijvoeglijk naamwoord
1. gered, niet verloren gegaan
De opvarenden waren gered in het behouden huis.
Wij hopen op een behouden terugkomst van de reizigers.

behouden - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van behouden

Woordherkomst
voltooid deelwoord van behouden

Uitdrukkingen en gezegden
♦ In behouden haven zijn
veilig ergens zijn (bv na een reis)