Gepubliceerd op 10-11-2017

beenweefsel

betekenis & definitie

beenweefsel - Zelfstandignaamwoord
1. zeer stevig bindweefsel met kalk waaruit botten zijn opgebouwd
Door de tandwortel in te drukken en kauwbewegingen na te bootsen, bleken de cellen tot groei te worden geactiveerd. Ze veranderden van fibroblasten (jonge bindweefselcellen) tot osteoblasten/cementoblasten (beenweefsel cellen). Er ontstonden weefselstructuren met de voor wortelvlies gewenste soepele eigenschappen. In vervolgstudies aan de Radboud Universiteit Nijmegen zullen onderzoekers proberen om bij dieren wortelvlies te kweken.

Woordherkomst
samenstelling van been en weefsel

Synoniemen
botweefsel