Gepubliceerd op 31-10-2017

antenne

betekenis & definitie

antenne - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde), (elektronica) een vrij opgestelde elektrische geleider voor het uitzenden en/of ontvangen van elektromagnetische straling in het radiofrequente gedeelte van het elektromagnetische spectrum
De geleider van de antenne kan worden gecombineerd met directoren en/of een reflector om een richtwerking te verkrijgen.
2. (dierkunde) een voelspriet bij verschillende dieren/insecten
Deze kever heeft grote en gevorkte antennes.
3. (visserij) het staafje van de dobber van een vislijn
De antenne maakt het mogelijk de positie van de dobber te blijven zien bij het vissen.
4. (scheepvaart) ra van een zeil

Woordherkomst
uit het italiaans

Uitdrukkingen en gezegden
♦ ergens een antenne voor hebben
ergens zeer gevoelig voor zijn

Synoniemen
[2] taster, voelspriet, voelhoorn

Verwante begrippen
[1] cai, director, frequentie, golflengte, gsm, kabeltelevisie, LOFAR, mobile telefoon, radio-omroep, paraboolreflector, radiocommunicatie, radiotelescoop, reflector, ruimteonderzoek, televisieomroep, radioverkeer, radiozendamateur, [3] dobber, vishaak, vishengel, vislijn