Gepubliceerd op 31-10-2017

animositeit

betekenis & definitie

animositeit - Zelfstandignaamwoord
1. vijandigheid
De rechter in Hawaï, Derrick Watson, liet in zijn vonnis merken dat hij het nieuwe inreisverbod ziet als een discriminerende maatregel tegen moslims. Watson haalde tal van uitspraken aan van Trump en zijn getrouwen, die „onweerlegbaar” bewijzen dat de bedoeling achter het inreisverbod „religieuze animositeit” is. „Iedere redelijke, neutrale toeschouwer” zou het decreet zien als een poging „een zekere religie te benadelen, ongeacht het officiële, neutrale oogmerk”.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse animosité (met het achtervoegsel -iteit)

Synoniemen
afgunst, haat, onenigheid, wrok, wrijving, hostiliteit, na-ijver, rancune, ressentiment, wraaklust

Antoniemen
vriendschap