afgericht - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van africhten
1. vormt de voltooide tijden
♢ Hij heeft de grote witte wolfshond afgericht om zijn kudde schapen te bewaken.
2. vormt de lijdende vorm
♢ Hulphonden worden inmiddels ook afgericht om autistische kinderen en kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen te helpen.
3. attributief gebruikt
♢ Met speciaal afgerichte honden en varkens wordt gezocht naar bosvruchten.
4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
♢ De honden zijn afgericht voor het zoeken naar truffels.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: