Gepubliceerd op 31-10-2017

ac-

betekenis & definitie

ac- - Voorvoegsel
1. aan-, bij-, toe-
2. (elektrotechniek) betrekking hebbend op wisselstroom (van alternating current)

Woordherkomst
Afkomstig van het Latijnse voorvoegsel ac-, dat van ad- komt met medeklinkerwisseling van 'd' toe 'c' voor een 'c'. Voorbeeld: ad- + cumulare wordt toe accumulare, in het Nederlands: accumuleren.

Antoniemen
[2] dc-

Verwante begrippen
ab-, af-, ag-, ak-, al-, an-, ap-, ar-, as-, at-