Druïden heetten bij de Keltische volken in Gallië en Brittannië de priesters.
Ten tijde van Caesar vormden zij in Gallië een gesloten stand of kaste, die met den adel het volk bestuurde en vrij was van krijgsdienst en belasting. Zij beoefenden de wetenschappen (geneeskunde, sterrenkunde, schrijfkunst, enz.) en gaven den zonen der edelen onderwijs. Keizer Claudius verbood den godsdienst der druïden, te meer daar er vaak mensenoffers werden gebracht.