In de epische poëzie (zie Epos) draagt de dichter zijn „verhalende" poëzie zelf voor; laat hij echter de handelende personen zelf optreden en spreken, zelf zó handelen, alsof alles voor onze oogen geschiedt, dan ontstaat een drama of handeling. („Dramatische" bewerking der leerstof in de school is dus: de kinderen als 't ware zelf laten optreden.)
De samenspraak heet dialoog (= twee-woord) ; spreekt echter een handelend persoon alleen tot zichzelf (om zijn gedachten te vertolken, ten einde den toeschouwer met de drijfveren zijner handeling bekend te maken), dan noemt men dat een monoloog (= alleen-woord). Het drama verdeelt men in: 1°. blijspel of comédie, 2°. treurspel of tragedie en 3°. tooneelspel (zie die woorden). Het gebruik wil echter, dat men in het dagelijksch leven onder drama meestal een treurspel, een treurig voorval (het drama te...) verstaat ; dramatisch is dan: indroevig, hoogst aandoenlijk.