(Hanc.) Eig. & Eig. Soké-kwikwi, N.E. Fam.
Callichthyidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Suriname; La Plata tot Trinidad. De bek is plat, iets puntig; de onderlip heeft een breeden, vrijen rand, die in het midden hoekig ingesneden is. De voeldraden reiken ongeveer tot het einde van de borstvin. De zijkanten van het lichaam zijn geheel bedekt met twee rijen platen, die aan den rand met kleine stekeltjes bezet zijn.
De stralen van al de vinnen zijn ruw door kleine stekeltjes. De vetvin heeft een gebogen stekel. De aarsvin heeft een gelijken stekel als de rugvin. De staartvin is uitgerand. De visch is olijfkleurig met twee rijen lichtere vlekjes langs het midden der zijkanten, de vinnen zijn donker, soms gemarmerd. Een goede tafelvisch evenals H. thoracatum.