Dit is een in bijna alle zeeën, maar vooral in warme streken voorkomende kraakbeenvis, welke behoort tot de familie der roggen. Hij gelijkt in lichaamsvorm op den haai en wordt 4 à 5 m. lang.
Het voorhoofd draagt een plat, scherp, met tanden bezet uitsteeksel, dat op een zaag gelijkt; een machtig wapen, waarmede het dier den zeebodem omwoelt om schaaldieren, weekdieren en kleine vissen te bemachtigen. Aan dezen vis werd vroeger geneeskrachtige werking toegeschreven.
Ze hingen toen bij vele apothekers.