noemde men oudtijds de priesterkaste der Meden en der Perzen, die aan de goden der onderwereld offers brachten van mensen en witte paarden. Zij waren de mannen der wetenschap en zij hadden de leiding der godsdienstige plechtigheden.
Daar zij zich ook met droomuitlegging bezighielden en de toekomst uit den loop der sterren voorspelden, werd de naam magie algemeen gebruikt voor tovenarij of zwarte kunst.