[Eng.]
1. (sp) korte onderbreking van bep. wedstrijden, door de coach bij de scheidsrechter aangevraagd, om de teams gelegenheid te geven o.l.v. hun coach de verder te volgen strategie of tactiek te bespreken; (schaken) rustdag door een van de spelers aangevraagd;
2. (bij uitbr.) korte onderbreking, pauze; veelal gezegd als een situatie dreigt vast te lopen: ik stel voor dat we even een kleine time-out nemen;
3. (comp.) tijd waarin een computer of randapparaat wacht op het optreden van een bepaalde gebeurtenis, bij printen bijvoorbeeld op het terugontvangen van een signaal van de printer.