time-out
(zelfstandig naamwoord) [alg.] rustdag - Na die hectische weken op het werk, heb ik me een rustdag gegund. [ict] over tijd - Als erg veel mensen tegelijkertijd de webstek proberen te bereiken, loopt de wachttijd op en niet zelden over tijd. [sport] spelonderbreking, onderbreking, adempauze - De aanvoerder vroeg de scheidsrechter om een adem...