[Lat. emancipare, emancipatum = een zoon uit de vaderlijke macht ontslaan, van e- = uit-, en manceps = bezitter, van manus = hand, en capere = vatten]
1 eig.: vrijstellen van vaderlijk gezag of voogdij, mondig verklaren;
2 voor de wet gelijkstellen, vrijmaken van beperkende regelingen of conventies; 3 zelfstandig maken of als zodanig verklaren; spec.: bevrijden van een drukkend gezag; zich -, zich ontworstelen aan beperkende machten, zich van belemmeringen ontdoen.