[Lat. abstrahere, abstractum - aftrekken, van abs = weg, en trahere = trekken]
1 (staat tegenover concreet): de zaak beschouwd zoals ze hier en nu is met al haar
bijkomstigheden; losgemaakt (van het bijkomstige); een hoedanigheid los van het voorwerp beschouwd (bijv. witheid, sterkte); onstoffelijk;
2 [Eng.] samenvatting.