Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Gepubliceerd op 19-12-2020

Victor

betekenis & definitie

m

Van Lat. victor 'overwinnaar', van vincere 'overwinnen'. Zie ook Victoria. Heiligennaam: 1) Victor I, paus (189-198), van Afrikaanse afkomst. Kerk. feestdag: 28 juli; 2) Victor, martelaar in Zwi. met Ursus. Kerk. feestdag: 30 sepb; 3) Viktor van Xanten, patroon van de dom en de stad Xanten; kerk. feestdag: 10 okt. De tocht naar Xanten ter ere van Viktor heette in de middeleeuwen Santgangen.

Zie ook Victorinus. Victor werd een geliefde naam in de lt. vorstenhuizen. De naam kwam hier pas in de 15e eeuw op: Kortrijk ca. 1400 (Debrabandere), Oudste voort, in Holl.: 1494 (Van der Schaar). In Zuid-Brab. in de 16e en 17e eeuw als veriatijnsing van Zeger (J. Lindemans, Album Meertens 104). Vr. vormen in de 17e eeuw: Victoria, Fictorina; Thory = Victoria, Bommelerwaard ca. 1600.