Wat is de betekenis van Victor?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Victor

Victor - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam 2. (spellingsalfabet) spelwoord van het Nederlandse en het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter v Zie ook victor

2024-04-20
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Victor

Victor - in zinnen als Verdachte is Victor codetaal voor: verdachte heeft de neiging tot vluchten. Afgeleid van de letter v voor vluchtgevaarlijk. Vgl. in dezelfde zin Gerard.

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Victor

[Lat., van vincere, victum = de overhand krijgen, overwinnen] overwinnaar.

2024-04-20
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Victor

m Van Lat. victor 'overwinnaar', van vincere 'overwinnen'. Zie ook Victoria. Heiligennaam: 1) Victor I, paus (189-198), van Afrikaanse afkomst. Kerk. feestdag: 28 juli; 2) Victor, martelaar in Zwi. met Ursus. Kerk. feestdag: 30 sepb; 3) Viktor van Xanten, patroon van de dom en de stad Xanten; kerk. feestdag: 10 okt. De tocht naa...

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Victor

overwinnaar.

2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

VICTOR

is de naam van drie pausen: I (189-198); II (1055-1057); III (10S6-10S7).

2024-04-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

victor

I. overwinnaar; II. als overwinnend, zegevierend.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Victŏr

1. ōris, m. eig., overwinnaar, absol., Cic., Caes., als appositie = als overwinnaar, overwinnend, zegevierend, victores Sequani, Caes., v. exercitus, Cic., en zo victorem reverti, Liv., victores ex certamine abire, Liv., currus, triomfwagen, Ov.; c. gen., omnium gentium, Cic., cuius belli victor, Cic...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Victor

naam van 3 wettige pausen en 2 tegenpausen. I, heilige (paus 189-199), geboortig uit Afrika. Trad in de strijd in zake de viering van het Paasfeest streng op tegen kerken van Klein-Azië, die de viering op de 14e Nisan gehandhaafd wilden zien. Feestdag 28 Juli. II (paus 1055-1057), eigenl. Gebhard, een Duitser, tevoren bisschop van Eichstä...