Gepubliceerd op 16-11-2020

Zwemmer

betekenis & definitie

Volksnaam en/of verouderde naam voor de Torenvalk en Blauwe Kiekendief. Schlegel 1852 en 1858 geeft als hoofdnaam: Zwemmer, en vermeldt daarnaast: Torenvalk.

In Schlegel 1860 is Torenvalk de hoofdnaam geworden. Houttuyn 1762 noemt de naam Zwemmer voor Linnaeus' 20e Valk, Falco lanarius, en verwijst naar de D naam Schwimmer. De ware identiteit van deze soort blijft in het ongewisse. B&O 1822 geven de naam als tweede synonieme naam voor Falco cyaneus L.: "De lichtblaauwe Valk, de Zwemmer, St. Maartensvogel", de Blauwe Kiekendief dus.Jonston 1660 beeldt op Tab.IX in het midden twee Roofvogels af, die het ♂ (links) en het ♀ (rechts) van de Blauwe Kiekendief of misschien ook de Grauwe Kiekendief zullen voorstellen. Hierbij staat vermeld Lanarius resp. Lanarius Schimmer (sic, dus zonder w). De figuren zijn ontleend aan het werk van de Italiaan Aldrovandi (1522 Bologna1605), zegt Houttuyn 1762 (p.169). De eerste figuur staat ook in HG 1669 (p.2,304) vergezeld van de D naam Schweimer. Deze laatste naam is de voorloper van D Schwimmer en N (volksnaam/ verouderde naam/ foutieve naam) Zwemmer voor de Blauwe Kiekendief en de volksnaam Zweimer (voor de Torenvalk) in MiddenLimburg [B&TS 1995].

ETYMOLOGIE Het ligt zo voor de hand, om de naam met de karakteristieke manier van het klapwiekend stilhangen in de lucht (het zgn. 'bidden') van de Torenvalk in verband te brengen. Inderdaad lijkt dat op 'zwemmen in de lucht', weliswaar zonder vooruit te komen. Maar Hermans 1947 verklaart de naam Zwemmer en het oorspr. Zwemer als een term uit de Valkerij. Een Zwemmer of Zwemer is een getemde Roofvogel (doorgaans een Valk), die niet doet wat de Valkenier wil, nadat de vogel losgelaten is om prooi te bemachtigen en deze aan de Valkenier over te dragen. Zo'n Zwemer lummelt wat rond in hetveld, oferger: gaat op zijn eigen prooi uiten komt niet terug. Het schijnt zo te zijn dat vooral Torenvalken dit 'zwemende' gedrag vertoonden (en daarom in de Valkerij niet graag gebruikt werden) [Wilms 960124,2].

De N ww.en zwemen en zwijmen (bekender is zwijmelen) zijn met de vogelnamen Zwemer en Zweimer in verband te brengen. De betekenis is 'zweven, zwaaien, onzeker heen en weer gaan'.

Een vergelijkbare betekenis speelt mogelijk bij de vogelnamen E Hobby en F Hobereau ^Boomvalk), waar het mnl hobelen, hobbelen 'schommelend bewegen' aan ten grondslag zou liggen en wat ook weer op het Valkeniersprobleem duidt van de 'ongehoorzame' Valk.

vDE 1993 meldt de mnl voorlopers sweimen en swemen van het ww. zwemen, terwijl NEW 1992 stelt dat zwemen "eerst na Kiliaen (c.1600) bekend" is. Beide noemen mhd sweimen 'zweven, zwaaien', oudengels aswxman 'weggaan, ronddwalen', ook ‘bedroefd zijn', en oudnoords sveima 'heen en weer gaan'. De zegswijze iemand laten zwemmen 'zich niet om iemand bekommeren' zou heel goed vanuit de hierboven besproken betekenis van zwemen ‘ronddwalen' verklaard kunnen worden.