Emberiza leucocephalos S G Gmelin 1771. In N zeldzame dwaalgast uit Siberië, voor het eerst op 2 mei 1873.
In oktober 1994 een kleine ‘invasie' in West-Europa van deze nauw met de Geelgors verwante soort. Het heeft in het zomerkleed een witte kruin (bovenkop), waarnaar de wetenschappelijke, de N en de F naam (Bruant a calotte blanche) zijn gegeven. Fries Wytkopgoars [Boersma 1972; nog niet in De Vries 1911].Schlegel 1844 (p.70) noemt Emberiza pithyornus, Pallas, D Fichtenammer en F Bruant a couronnelactée ('Gors met melkwitte kruin').
