Officiële friese naam voor de Oeverloper ← [Boersma 1994] (ws. in 1972 ook al die naam). De Vries 1928 noemt deze naam voor de Oeverloper niet, maar wel Stienfink, terwijl De Vries 1912 geen van deze twee namen noemt, maar wél Moddersnip.
Albarda 1897 noemde voor de soort naast de officiële naam slechts één volksnaam: Steenvink (maar gaf geen locatie), wat de hollandse vertaling van het latere Stienfink geweest kan zijn.De huidige friese naam heeft z'n charme: weliswaar wippen de meeste Ruiters (dit is de groep waartoe de Oeverloper behoort) met hun staart, maar de Oeverloper wel erg vaak en opvallend. Het element Gril echter wordt in alle friese namen voor soorten uit het geslacht Calidris gebruikt, en de Oeverloper behoort als enige daar niet toe (naast het zeer zeldzame Bartrams Griltsje ←).
Moddersnip was in De Vries 1912 de friese naam voor de Oeverloper, maar werd in De Vries 1928 'opeens' de friese naam voor de (totaal nietverwante) Drieteenstrandloper, een toestand die tot en met Boersma 1994 zo gebleven is. Daarbij is Moddersnip voor de Drieteenstrandloper een misnomer. Voor de Oeverloper was het (op het element snip na) geen slechte naam geweest, al komt de Oeverloper behalve op modderige oevers ook op stenige oevers voor en was de naam Stienfink ook wel aardig (geweest).
