Naam voor de Keep, genoteerd voor Meulebeke (WVl), maar in Woumen (WVl) staat dezelfde naam voor de Karrekiet; je hebt daar zelfs de Grote en Kleine Tjeter 'Grote en Kleine Karrekiet'. Het Tjietertje 'Goudhaantje' komt in Schellebelle (OVl) voor, het Tietertje in Lebbeke (OVl).
De Vink "tjuipt" of "tjipt" volgens De Bo 1873/1892 [WVD 1996 p.93]. Mussen kunnen nóg meer: tjieteren, tjirpen, tjieten, tjiepen, tjetteren, tjeeuwen, tjiriken, tjilpen, sjilpen, tateren etc.De naam Duinetjeuter (in B&TS =Kuifleeuwerik) staat ook zó in WVD, meer bepaald in Desnerck 1972, voor "een vogel die in de duinen te vinden is". In WVD staat ook nog Duinetjieter (=Kuifleeuwerik) in Oostende, WVl). Alle namen zijn (half)onomatopeeën. Zie ook sub Taats(j).