Gepubliceerd op 16-11-2020

Pauwgaans Pauwgans

betekenis & definitie

Volksnaam in Groningen resp. op Zuid-Beveland voor de Brandgans. Op Zuid-Beveland wordt ook de Rotgans met deze naam aangeduid [Rynja 1983].

De naam komt overeen met fries Paugoes ←, welke naam eerder door De Vries 1911 aan de Rotgans gegeven werd. Boersma in ViF (1976): "De namme Paugoes komt net allinne fan de moaije kleuren, dêr't de goes mei pronkje kin, mar ek fan de pau-eftige manier fan rinnen." Het laatste argument overtuigt evenmin als het eerste, want mooie kleuren hebben Brand- en Rotganzen niet en aan de manier van lopen van een Pauw is niets bijzonders op te merken en komt zeker niet overeen met de manier van lopen van Brand- en Rotganzen. Naar het geluid van de Pauw is de naam verder ook niet gegeven, want het is vooral qua lengte zeer ongelijk aan dat van de Brandgans.De verwijzing naar de Pauw stamt nog (uit de tijd) van Albertus Magnus (c.1262-1280) (hij doceerde in Keulen en Parijs), die van de Boomgans ← zegt dat hij een kop heeft als een Pauw. Albertus bestrijdt overigens de stelling dat deze Ganzen aan de bomen zouden groeien. [HG 1669 р. 2,90; deze vermeldt ook dat de Ganzen in kwestie in Vlaanderen gezien worden]. Albertus Magnus' kennis van de vogels, die nog eeuwen na zijn dood telkens weer in de boeken werd overgeschreven (zoals dus in HG 1669) heeft mogelijk ook een invloed gehad bij de naamgeving van de vogelnaam Gieteling ←. Albertus, die de "aan de bomen groeiende" Ganzen ws. ook alleen maar van de mythe kende (en niet van eigen waarneming; de soorten komen immers niet in het binnenland) is mogelijk op het woord Pau gekomen door de uitspraak in delen van Duitsland van het woord Baum, namelijk [paum] (hetwerd ook wel als paum geschreven, bijv. bij Conrad von Megenberg c.1350). Hij verstond naast Baumganfl ook Paumganfl, maakte van dit laatste *Pfauganfl en verzon er een benoemingsmotief bij.

Zie ook de naam Aonnetjesganze (indien dit 'Haantjes-gans'betekent).