Algemene N benaming voor een in omvang wisselende groep vogels, in enge zin Zanglijster en Grote Lijster, Kramsvogel en Koperwiek omvattende, in ruimere zin ook Merel (='Zwarte Lijster') en Beflijster, en in ruimste zin alle 'Lijsterachtigen', waaronder bijv. ook de Roodborst valt. Zie ook Kliester.
ETYMOLOGIE N Lijster <mnl Lijstere, lijstre, listre; fries Lyster; ohd listara, men verbindt germ *lihstro(n) met gotisch laikan 'huppelen, springen, daarbij ook zingen' (hetzelfde woord zit in huwelijk, waarbij deze bezigheden (op de bruiloft) ook uitgeoefend worden) of met Gr ligus 'luid klinken'. Dus 'luid zingende' of 'huppelende' vogel.
Swanenberg 2000 meent dat in vlaams Lijkster (=Lijster) de velaar nog oorspronkelijk is.
