Gepubliceerd op 16-11-2020

Lapper Lappertje

betekenis & definitie

Volksnaam voor het Bokje in Zeeland [Albarda 1897], West-Vlaanderen [De Bo 1873/1892] en Oost-Vlaanderen [WVD 1996]. Deze letterlijke betekenis moet wel haast 'schoenlapper' zijn, wat immers synoniemen zijn.

Dit komt dan bovendien mooi overeen met de volksnaam Schoenmakertje voor de Watersnip (mededeling H Blok). De reden voor deze namen is niet zeker, maar er zijn een aantal mogelijkheden:1. Watersnip en Bokje plegen, vooral bij onraad, ineengedoken te gaan zitten. Zo zit ook de schoenmaker. Het beeld wordt versterkt door het bezig zijn met leer, dat doorgaans bruin van kleur is, gelijk de kleur van Watersnip en Bokje. 2. Beide vogels hebben een lange snavel, herinnerend aan bepaald gereedschap (lange rechte els) van de schoenlapper (zie ook sub Elzenaar en vgl. D Schuhmacher en deens Skomager, beide voor de Kluut, die een lange opgebogen snavel heeft, herinnerend aan bepaalde elzentypen van de schoenmaker).
3. Voor het Bokje speciaal geldt dat het zich lang drukt, en bij benadering door een mens pas op het allerlaatst opvliegt; alsof het vanaf of van onder de schoen wegvloog (vgl. Doverik). H van der Lee (in een persoonlijke mededeling aan A v d Berg) vertelde dat hij als jonge vogelaar vaak ging "Bokken trappen", waarmee bedoeld werd dat Bokjes werden opgejaagd, bijna alsof ze met de schoen in aanraking kwamen. Niettemin moeten bij deze overwegingen twee kanttekeningen worden geplaatst:
1. De 'volledige' naam *Schoenlapper(tje) komt als vogelnaam niet voor, althans is mij niet bekend.
2. Eind 19e eeuw werd door De Bo en Gezelle de naam gespeld als Labber (te Destelbergen (OVl)), wat een verbastering van Lapper kan zijn, maar wat ook een geheel eigen betekenis (bijv. van 'vreesachtig persoon, labbekak') zou kunnen hebben. Deze past eventueel op het Bokje, wiens zich drukken men zou kunnen verklaren als voortkomend uit vrees.