Uria lomvia (Linnaeus: Alca) 1758. Deze bij ons zeldzame wintergast is van de bekendere Zeekoet de noordelijker tegenhanger, die daarom iets groter van lichaam is (Regel van Bergmann; zie sub Grote Grijze Snip) en iets kortere snavel heeft (Regel van Allen).
De snavel lijkt daardoor (en is in feite ook) iets dikker (=hoger of dieper) dan die van de Zeekoet, wat de naam Dikbekzeekoet ← verklaart. In ZVN 1999: Kortbekzeekoet. Fries Koartsnaffelskoet [Boersma 1972].De friese en N namen zullen mede geïnspireerd zijn op sommige buitenlandse, zoals D Dickschnabellumme, Am Thick-billed Murre of R Tolstoklóewaja Kaira (R TÓncTtm tólstyj 'dik'; vgl. de naam van de R schrijver Lev Tolstoi; en rnroB kloef 'snavel'.
BENOEMNGSGESCHIEDENIS N Kortbekzeekoet <Dikbekzeekoet [Voous 1980, 1960] <Kortsnavelzeekoet [Kist 1954; Strijbos 1957] <Grote Zeekoet [Van Dobben 1957] <Groote zeekoet [Albarda 1897; Schlegel 1858, in Schlegel 1852 cursief] <Zee-Hen [Houttuyn 1763 p.88, sub Linnaeus' 4e 'Pappegaay-duiker', "Alca Lomvia" ("Alca rostri laevi oblongo, Mandibula superiore margine flavescente")] <N Lombe (Martens 1675, in Beschrijving van Groenland WNT p.2653) (op Groenland komen bijna uitsluitend Kortsnavelzeekoeten voor) <E (Shetland) Loom 'Zeekoet' of noors Lomvi 'Zeekoet', deens Lomvie 'Zeekoet' of ijslandsLómur 'Roodkeelduiker'. Meer hierover sub Loem.
{Houttuyn twijfelt ten aanzien van de naam Lomme: "de Lomme schynt my toe een veel grooter Zee-Vogel te zyn". Feit is ook dat Houttuyn noch ws. Linnaeus op de hoogte zijn van de verschillen tussen de Kortsnavelzeekoet en de Zeekoet. Fig.4 op plaat XXVII in Houttuyn stelt de Zeekoet voor, en ook deze krijgt de naam Zee Hen.}
