Lanius minor J F Gmelin 1788. In de Lage Landen zeldzaam voorkomende, iets kleinere tegenhanger van de Klapekster ←.
Op grond van een verzameld exemplaar (in september of oktober, in 1859 of 1860) te Rotterdam wordt de soort genoemd in Albarda 1897; hier echter onder de oudere N naam Kleine Klauwier. Deze wordt ook nog gebruikt in Kist 1954, Van Dobben 1957 en NAE 1958. In Van Oort 1918-1935, Voous 1960 en Kist 1962 treffen we de naam van het lemma aan. Kist 1954/1962 laat blijken dat de N en vlaamse namen dan nog niet 'gesynchroniseerd' zijn: Kleine Grijze Klauwier wordt opgegeven als zuidN (=belgische) naam.Kleine Klauwier is in feite exact de vertaling van de wetenschappelijke naam. Kleine Klapekster en Kleine Grijze Klauwier hebben veel weg van een vertaling uit het E (Lesser Grey Shrike). E Great Grey Shrike = 'Klapekster'.